Dit deel van de toolbox is bedoeld voor museumprofessionals (directeurs, docenten, museumgidsen, curatoren, ontwerpers) die meertalige kinderen, hun families en hun leerkrachten willen helpen actiever deel te kunnen nemen aan een museumbezoek. De toolbox bevat ideeën voor zowel familiebezoeken als schoolbezoeken. Hoewel we enkele voorbeelden geven voor wetenschapsmusea, geloven we dat alle musea, met enkele aanpassingen, deze ideeën kunnen gebruiken. Sommige ideeën zijn in het verleden al door andere musea en onderwijsinstellingen gebruikt.
De ideeën zijn bedoeld om museumprofessionals te inspireren en te laten zien hoe je stappen kunt zetten in de richting van meertaligheid, terwijl je trouw blijven aan de missie en unieke kenmerken van het museum. De toolbox is ontwikkeld met het oog op kinderen tussen 7 en 13 jaar oud, maar de ideeën kunnen worden aangepast aan andere leeftijdsgroepen.
We geven voorbeelden uit ons eigen onderzoek en uit het innovatieve werk van onze drie partnermusea: het Teylers museum, NEMO Science museum en Museon-Omniversum.
Tools
Meertalige woordmuur
Ook met kleine stapjes kom je een heel eind! Maak een meertalige woordmuur om snel de belangrijkste wetenschappelijke woorden te introduceren.
Doen: Meertalige muren tonen wetenschapswoorden in meerdere talen. In ons onderzoek ontdekten we dat zelfs als hun eigen taal niet aanwezig was, gezinnen zich meer welkom voelden als er meertalige muren aanwezig waren. Wees niet bang om fouten te maken – je kunt een ‘commentaarvak’ toevoegen waarin bezoekers je kunnen laten weten als er iets veranderd moet worden.
Voorbeelden:
- Meertalige digitale muur – Museon-Omniversum heeft een digitaal scherm dat het woord ‘welkom’ in verschillende talen laat zien. Na verloop van tijd kunnen nieuwe talen worden toegevoegd.
- Meertalige namenmuur – NEMO Science museum heeft een ‘namenmuur’ waarop bezoekers hun eigen namen kunnen toevoegen en verplaatsen. Bezoekers krijgen niet alleen de kans om hun naam onderdeel van het museum te laten zijn, maar ook om na te denken over hoe verschillende namen zich tot elkaar verhouden (door herkomst, klank, enz.).
Wat zit erachter? Meertalige muren laten kinderen en families zien dat hun talen worden erkend. Ze bieden ook een snelle blik op waar een tentoonstelling over gaat. Veel wetenschapswoorden in verschillende talen stammen af van hetzelfde Griekse (leen)woord. De verzameling woorden kan metalinguïstisch bewustzijn bevorderen, of het vermogen om bewust na te denken over de aard van talen.

Meertalige maatjes
Moedig klasgenoten, kinderen en ouders aan om voor elkaar te vertalen tijdens het museumbezoek.
Doen: Kinderen en ouders kunnen door het museumpersoneel of via een bord in het museum worden uitgenodigd om voor elkaar te vertalen.
Tijdens schoolbezoeken kunnen museumgidsen de kinderen aanmoedigen om voor elkaar te vertalen. Er moeten regels worden opgesteld zodat iedereen zich betrokken voelt en het vertalen het bezoek niet verstoort (bijvoorbeeld door tijd te geven om vrij te verkennen).
Wees niet bang als een kind geen maatje heeft diezelfde thuistaal spreekt. Dit is een kans voor de begeleider of de leerkracht om dit kind meer persoonelijke aandacht te geven door te ondersteunen met, bijvoorbeeld, gebaren.
Voorbeeld: In ons onderzoek ontdekten we dat sommige kinderen en ouders spontaan voor elkaar gingen vertalen en dat kinderen trots waren dat ze tolk mochten zijn. Soms lazen de kinderen de aanwijzingen voor uit de museumtekst en de ouders volgden door de wetenschap erachter aan de kinderen uit te leggen in hun alledaagse thuistaal. In een interview met een gezin legde de ouder uit dat als hij iets in het Nederlands niet begreep, hij het aan zijn zoon vroeg. De zoon legde uit: “Het is leuk als mijn vader iets niet weet en ik het wel weet!”.

Wat zit erachter? In meertalige gezinnen en klaslokalen varieert de Nederlandse taalvaardigheid tussen kinderen en gezinsleden. Uit onderzoek weten we dat het gebruikelijk is dat kinderen en ouders verschillende rollen aannemen bij museumbezoeken. Tolk zijn kan betrokkenheid bevorderen en kinderen in staat stellen zichzelf als ‘taalexperts’ te zien.
Meertalig (taal)beleid
Nodig kinderen en ouders uit om al hun talen te gebruiken tijdens het bezoek door een ‘meertalig taalbeleid’ in te voeren. Dit kan een toevoeging zijn op de gebruikelijke museumregels. Museumregels zijn belangrijk omdat ze kinderen die nog nooit een museum hebben bezocht, helpen te weten wat de verwachtingen zijn.
Doen: De belangrijkste regel van een meertalig taalbeleid is dat alle talen welkom zijn. Je kunt ook aan te geven op welke momenten klasgenoten met elkaar mogen praten in hun thuistaal. Zorg ervoor dat je de regels op een positieve manier formuleert. Het taalbeleid kan op een bord in het museum worden geschreven of aan het begin van het schoolbezoek door de museumgids worden besproken.
Voorbeeld: In ons werk met Teylers lieten we de kinderen aan het begin van het bezoek een bord met regels zien. Op het bord stond hoe je je moet gedragen in een museum dat erg oud is en dat je voorzichtig moet zijn, én er waren ook regels om de kinderen aan te moedigen elkaar te helpen met Nederlands door hun thuistaal te gebruiken.

Wat zit erachter? Taalbeleid is een set expliciete of impliciete regels over het gebruik en de status van talen in een bepaalde context. Gezinnen, steden, musea maken allemaal gebruik van een taalbeleid. Taalbeleid kan beïnvloeden hoe mensen zich voelen en gedragen in een context. Een meertalig taalbeleid bevordert taaldiversiteit en het gevoel erbij te horen en stimuleert een diepere wetenschappelijke betekenisgeving door middel van een gesprek waarin alle talen worden gebruikt.
Tweetalige aanwijzingen
Gebruik tweetalige aanwijzingen om gesprekken tussen ouders en kinderen te stimuleren. Tweetalige aanwijzingen zijn korte teksten in twee talen, vaak vlak naast elkaar. Zo kunnen verschillende gezinsleden tegelijkertijd lezen in de taal van hun voorkeur.
Doen: Bepaal welke aanwijzingen gezinnen ertoe kunnen aanzetten om de belangrijkste ideeën in een tentoonstelling te bespreken. Wetenschapsmusea hebben vaak vragen die bezoekers laten praten over een onderwerp, door hen te vragen wat ze al weten. De vragen of aanwijzingen kunnen vertaald worden naar een andere taal. Zorg ervoor dat beide talen even zichtbaar zijn (de ene taal is niet belangrijker dan de andere).
Tip: Vertalingen hoeven niet letterlijk of woordelijk te zijn om de families aan het praten te krijgen!
Voorbeeld: Bij NEMO werden kleine aanwijzingen die deel uitmaakten van de instructies voor gezinsworkshops vertaald naar het Turks. We ontdekten dat ouders en kinderen tegelijkertijd uit verschillende talen lazen en van taal wisselden wanneer bijvoorbeeld een wetenschappelijk woord moeilijk te begrijpen was.

Wat zit erachter: Ouders en kinderen uit meertalige gezinnen kunnen zich het meer op hun gemak voelen met verschillende talen. Meertalige aanwijzingen kunnen migrantengezinnen helpen om het gesprek te starten over de tentoonstelling. Kinderen en ouders met verschillende vaardigheden in het Nederlands of Engels kunnen daarmee gelijke toegang krijgen tot de inhoud. Dit is vooral nuttig wanneer de taal van het museum wetenschappelijk is.
Het is belangrijk dat alle talen op een gelijkwaardige manier worden gepresenteerd. Als een taal een groter lettertype heeft, kan dit de andere taal minder toegankelijk maken of de indruk wekken dat de ene taal belangrijker is dan de andere (met andere woorden, het creëert wat we een ‘taalhiërarchie’ noemen).
Meertalige woordenlijsten
Bied kinderen en gezinnen een folder aan met een meertalige woordenlijst met trefwoorden in verschillende talen. De trefwoorden in het Nederlands kunnen gecombineerd worden met afbeeldingen en vertalingen naar andere talen. Gezinnen kunnen deze woordenlijst aan het begin van hun bezoek krijgen en scholen zelfs al eerder. Op school kunnen kinderen de vertalingen naar hun eigen taal zelf opzoeken met behulp van een woordenboek of GoogleTranslate.
Doen: Bepaal welke sleutelwoorden essentieel zijn voor de ‘boodschap’ die in de tentoonstelling wordt overgebracht. Het aantal trefwoorden mag niet te groot zijn, omdat dit kan afleiden van de hoofdboodschap (denk één pagina). Zoek naar afbeeldingen die kinderen en gezinnen kunnen helpen om de betekenis van de trefwoorden te begrijpen. Hoewel afbeeldingen en pictogrammen niet universeel zijn, kunnen ze toch ondersteunen bij het begrip. Vanuit het perspectief van wetenschaps- en taalonderwijs is het het beste als deze sleutelwoorden ook in context worden gepresenteerd. Dit betekent dat er zinnen moeten worden toegevoegd die laten zien hoe deze sleutelwoorden worden gebruikt.
Voorbeeld: In Teylers museum ontwierpen we een meertalige woordenlijst met de wetenschappelijke trefwoorden voor de rondleiding “Beklimming van de Mont Blanc”. De sleutelwoorden (in het Nederlands) gingen vergezeld van: kleine zinnen die de gemarkeerde sleutelwoorden gebruikten om het ‘hoofdverhaal’ van het bezoek te vertellen, afbeeldingen of pictogrammen, en een ruimte voor kinderen om de vertalingen van de sleutelwoorden in hun eigen taal te maken. Leerkrachten vonden dit hulpmiddel erg nuttig om de kinderen voor te bereiden op het bezoek.

Wat zit erachter? Een meertalige woordenlijst is een taalondersteunend hulpmiddel dat kinderen, hun families en leerkrachten kan helpen om snel vertrouwd te raken met de inhoud en de belangrijkste boodschap van het museum. Het kan het begrip vergroten en de gesprekken van bezoekers over de inhoud van het museum ondersteunen.
Meertalige DIY labels
Betrek bezoekers bij het maken van museumetiketten met informatie in verschillende talen.
Doen: Maak een sjabloon dat kinderen en families kunnen invullen. Door middel van dit sjabloon kun je hen helpen door te laten zien welke informatie op een museumetiket moet staan (bijvoorbeeld in het geval van een taxidermiedier: soortnaam, volksnaam, waar het leeft, wat het eet, enz.) Laat kinderen en families weten dat ze in elke taal kunnen schrijven.

Voorbeeld: In het MuseumLab hielpen Mirona Moraru en onze museumpartners kinderen bij het organiseren van een tentoonstelling over natuur, wetenschap en technologie. De kinderen maakten hun eigen meertalige labels voor de museumvoorwerpen die ze kozen en nabouwden. We kwamen dit idee voor het eerst tegen in de online galerie van het Manchester Museum (https://multilingualmuseum.manchester.ac.uk/).
Wat zit erachter? Participatieve strategieën zoals deze zijn nuttig om bezoekers het gevoel te geven dat ze ook deel uitmaken van het museum (als je geïnteresseerd bent in participatieve strategieën, bekijk dan het werk van Nina Simon). Ze dienen ook leerdoeleinden, omdat een kind of volwassene informatie over museumobjecten moet opzoeken en moet beslissen hoe die informatie het beste kan worden overgebracht in het label.
Vooraf gedefinieerde vragen voor meertalige kinderen en ouders
Begin een gesprek met meertalige kinderen en ouders door vooraf gedefinieerde vragen te gebruiken die op elk museumonderwerp kunnen worden toegepast. Deze vragen kun je zelf maken of vinden in toolboxen zoals deze. Ze kunnen een vaste bron voor museummedewerkers zijn in de interactie met meertaligen.
Doen: Maak een lijst met één tot drie vragen die het gesprek op gang kunnen brengen, zelfs als je niet dezelfde taal spreekt als de bezoekers. Deel ze met het zaalpersoneel en nodig het personeel uit om nieuwe vragen toe te voegen aan, bijvoorbeeld, een bord in het kantoor. Je zult merken dat museummedewerkers veel uit hun eigen ervaring weten en heel creatief kunnen zijn om gezinnen aan het praten te krijgen!
Voorbeeld: In het Teylersmuseum ontvingen de museumgidsen een reeks vragen om de kinderen tijdens het bezoek te ondersteunen. Dit zijn de vragen die we gebruikten:
- Heb je [museumobject] ooit eerder gezien? Vertel me erover. Weet je wat [museumvoorwerp] is? Weet je wat [museumwoord] betekent? Kun je het uitleggen?
- Hoe zeg je [museumwoord] in je eigen taal?
- Oh! Ik denk dat ik het begrijp, maar om zeker te zijn, kun je me helpen met wat [persoon in eigen taal] zegt? Kunt u voor mij vertalen?
- Het maakt niet uit als ik het niet begrijp, blijf het alsjeblieft uitleggen in jouw taal.
- Kun je het me aanwijzen/tonen?

Wat zit erachter? Wanneer mensen alle talen mogen gebruiken die ze kennen zonder bang te zijn om fouten te maken, kunnen museummedewerkers hen dieper op een onderwerp laten ingaan. Op die manier worden kinderen of ouders die de hoofdtaal minder goed kennen, aangemoedigd om evenveel deel te nemen als anderen en voelen ze zich gemotiveerder om in het gesprek te blijven. Een beetje frustratie is normaal, maar meestal kan een glimlach helpen om het gesprek gaande te houden!
FAQ
Deze ideeën lijken veel werk. Is er iets kleiners dat ik kan uitproberen?
Natuurlijk! Tentoonstellingen aanpassen IS veel werk. Jezelf en je collega’s al bewust maken van meertaligheid en hun eigen taalvaardigheid (hoe ‘klein’ die ook is), is al een stap vooruit. We raden je aan het gesprek te voeren: tijdens pauzes, lunch, over talen. Een volgende stap is het bevragen van meertalige gezinnen welke talen ze spreken. Elke inspanning is waardevol en zal je museum meertaliger maken.
Zou het helpen om QR-codes toe te voegen zodat kinderen en gezinnen naar uitleg in hun eigen taal kunnen luisteren?
Onze ervaring is dat geluid kan afleiden in een museumomgeving, en gezinnen blijven vaak niet lang lezen of luisteren op een specifiek punt van een tentoonstelling. Ons advies is om te experimenteren met QR-codes in rustigere ruimtes of om meer talen op te nemen in spellen of stands die al een voice-over hebben.
Wat gebeurt er als de museumgids niet begrijpt wat de kinderen zeggen als ze in hun eigen taal praten?
Het is normaal om interacties met kinderen te hebben en niet te begrijpen wat ze zeggen. Dit kan gevoelens van ongemak of frustratie bij je oproepen, omdat je het gevoel hebt dat je het kind niet kunt helpen. Het is echter belangrijk om het te blijven proberen, door gebaren te gebruiken of het in het Nederlands te herformuleren. Tegenwoordig kan het gebruik van een vertaalapp op je telefoon heel goed werken, ook met audio. Het kost wat meer tijd, maar een gesprek voeren in verschillende talen kan heel leuk zijn!
Moet ik vertaalbureaus of vertalers inhuren om het werk te doen?
Professionele vertalers zijn zeker een aanwinst omdat ze de nodige opleiding hebben om ervoor te zorgen dat de vertaalde tekst nauwkeurig is, relevant is en geschikt is voor het doelpubliek. Daarnaast kunnen meertalige medewerkers of terugkerende bezoekers ook helpen met het vertalen van teksten die minder van belang zijn voor de tentoonstelling. Houd er echter rekening mee dat het spreken van twee talen niet voldoende is om vertaler te worden. We raden aan om voorzichtig te werk te gaan, vooral in het geval van technische teksten. We raden aan om vertaalsoftware te gebruiken die gratis online beschikbaar is voor eenvoudige teksten, of wanneer de vorige aanbevelingen geen optie zijn.